-
1 enfer
enfer [ãfer]〈m.〉♦voorbeelden:d' enfer • hels, verschrikkelijkbruit d' enfer • hels kabaal〈 spreekwoord〉 l'enfer est pavé de bonnes intentions • de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens1. mhel, vagevuur2. enfersm pl -
2 démon
démon [deemõ]〈m.〉1 duivel ⇒ kwade geest, kwelgeest2 geest ⇒ demon, genius♦voorbeelden:le démon de midi • verliefdheid op middelbare leeftijdcet enfant est un petit démon • dat kind is een echte rakkerc'est un vrai démon • het is de duivel zelveêtre habité du démon • van de duivel bezeten zijnfaire le démon • een hels kabaal makenle démon • Satanil a de l'esprit comme un démon • hij is verduiveld geestigm1) duivel2) demon -
3 bruit d' enfer
bruit d' enfer -
4 faire le démon
faire le démon -
5 tintamarre
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский